Uitleg berekening verhaalsbijdrage

Volgens de wet moeten ouders meebetalen aan het levensonderhoud van hun kind (eten, kleding, school en dergelijke). Dit heet een 'onderhoudsbijdrage'. Als dat bedrag aan Zaffier wordt betaald noemen we dit een 'verhaalsbijdrage'.

Bij het bepalen van het bedrag tellen mee:

  • hoeveel geld een ouder nodig heeft voor de zorg van een kind, en
  • hoeveel de andere partner kan bijdragen.

In de wet staat niet hoe het bedrag van de onderhoudsbijdrage moet worden berekend. Daarom stelden rechters 'Tremanormen' op. De berekening werd daardoor erg moeilijk en een advocaat of een andere deskundige was daarom nodig. Dit zorgde voor extra kosten. Daarom is er nu een nieuwe manier van berekenen.

Deel van het verzamelinkomen

Heeft de rechtbank of het gerechtshof kortgeleden de onderhoudsbijdrage voor je kind(eren) bepaald volgens de Tremanormen? Als de bijdrage is bepaald op basis van de draagkracht, dan neemt Zaffier die beslissing over (mits de juiste omstandigheden/inkomen/vermogen zijn gebruikt).
 
Is de onderhoudsbijdrage nog niet bepaald door een rechter? Dan geldt voor de berekening van de verhaalsbijdrage: ‘een deel van het totale inkomen’ (verzamelinkomen).
 
Het begrip verzamelinkomen wordt voor veel overheidsregelingen gebruikt, waaronder:

  • zorgtoeslag
  • huurtoeslag
  • kindgebonden budget
  • kinderopvangtoeslag
  • maandelijks terug te betalen studieschuld
  • aanvullende studiebeurs van kinderen
  • subsidie voor rechtsbijstand

De belastingdienst bepaalt het verzamelinkomen. Heb je geen aangifte inkomstenbelasting bij de belastingdienst gedaan? Dan ga je uit van de informatie op je jaaropgave.

Bepalen inkomen bij alleenstaande ouders

Alleenstaande ouders die recht hebben op een kindgebonden budget mogen maximaal € 3.139 (€ 3.101 in 2018) optellen bij dit budget. Deze verhoging heet de 'alleenstaande-ouderkop'. Het aantal kinderen en de leeftijd (tot en met 18 jaar) maakt niet uit. Het bedrag voor de alleenstaande ouder-kop zit niet in het verzamelinkomen, maar is wel bedoeld als inkomensondersteuning. Daarom moet je dit bedrag invullen in onze rekentool verhaalsbijdrage (xls, 102 KB) .

Kosten van kinderen, draagkracht en behoefte

Je 'besteedbaar' inkomen is het inkomen dat overblijft na aftrek van premies, belastingen en 'inkomensoverdrachten' zoals subsidies, studiebeurzen en uitkeringen. Volgens het Nibud en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kost:

  • 1 kind: 17% van het besteedbaar inkomen;
  • 2 kinderen in een gezin: 26% van het besteedbaar inkomen;
  • 3 kinderen: 33% van het besteedbaar inkomen.

Besteedbaar inkomen is niet hetzelfde als verzamelinkomen. Daarom rekenen we de percentages van het besteedbaar inkomen om naar percentages van het verzamelinkomen. Hierdoor komen de percentages iets lager uit, namelijk op:

  • 1 kind: 13% van het besteedbaar inkomen;
  • 2 kinderen: 20% van het besteedbaar inkomen;
  • 3 kinderen: 26% van het besteedbaar inkomen;
  • 4 of meer kinderen: 35% van het besteedbaar inkomen.

Het verzamelinkomen is het totale bedrag van:

  • het bruto-inkomen uit werk en woning,
  • het inkomen uit 'aanmerkelijk belang' en 
  • je belastbare inkomen uit vermogen en spaargeld, minus je aftrekposten.

De belasting is er niet afgehaald.
Ook de heffingskortingen of een teruggave van de belasting is er niet af. Dat betekent ook dat je dit inkomen niet in handen krijgt, maar dat het de basis is voor de loonheffing en de inkomstenbelasting.

Wat er wel wordt afgehaald zijn:

  • de aftrekposten, zoals de fiscale aftrekposten eigen huis,
  • de vrijstellingen bij het sparen en
  • de persoonsgebonden aftrek, zoals de betaalde alimentatie, studiekosten of ziektekosten.

Welvaartsniveau voor en na de scheiding

De 'Tremanormen' gaan uit van de situatie dat kinderen er niet financieel op achteruitgaan na de scheiding. Dat is echter niet altijd haalbaar. Als ouders uit elkaar gaan en apart gaan wonen, zijn de woonkosten hoger dan voor de scheiding. Ook andere kosten zullen toenemen. De nieuwe berekeningsmethode houdt hier rekening mee en gaat daarom uit van lagere percentages.

Berekening behoefte

Zaffier gaat uit van de kosten van kinderen (behoefte), zoals berekend door het Nibud en het CBS. Die kosten rekenen we om naar het verzamelinkomen. Dit doen we omdat het niet haalbaar is om het welvaartsniveau voor kinderen te handhaven na een scheiding.
 
De volgende stap in de berekening van verhaalsbijdrage is de verdeling van de zorgkosten per ouder bepalen. Dit hangt af van het aantal nachten dat het kind bij een ouder woont. Hoe meer een ouder zorgt voor een kind, hoe hoger de kosten voor die ouder zullen zijn.

Zaffier gaat uit van de verdeling van de zorg, zoals de ouders dat samen hebben afgesproken. Zijn er geen afspraken gemaakt? Dan kijken we wat er in de omgangsregeling staat. Door te kijken naar de zorgverdeling kunnen we de onderhoudsbijdrage op een simpele manier berekenen.

Aantal kinderen % verzamelinkomen
1 kind 11%
2 kinderen 18%
3 kinderen 24%
4 of meer kinderen 33%

Rekenvoorbeeld 1

Kind(eren) uit een eerdere of latere relatie

Als je ook moet meebetalen voor een of meer kinderen uit een andere relatie, dan houden we hier rekening mee. We gaan uit van drie kinderen als je moet meebetalen aan twee kinderen plus een ander kind. Van je draagkracht is dan tweederde (2/3) deel bestemd voor de verhaalsbijdrage.

Rekenvoorbeeld 2

Nieuwe partner

Als je opnieuw trouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat met een nieuwe partner, kan er sprake zijn van stiefouderschap. Een stiefouder moet alleen meebetalen als het kind tot zijn huishouden behoort. Daarom houden we dan ook met het inkomen van deze partner rekening. Het maakt niet uit of de stiefouder wel of niet gezag over het kind heeft.

Bedrag onderhoudsbijdrage hangt af van hoogte inkomen

Bij de berekening telt de hoogte van het inkomen van de (stief)ouders mee. De eerste schijf (tot het bijstandsniveau) is € 600,00 per jaar. De hoogte van het verzamelinkomen en het aantal kinderen maakt daarbij niet uit. Dit is omdat iedere ouder verantwoordelijk is voor zijn of haar kind(eren). Dit geldt voor iedereen, ook voor bijvoorbeeld studenten en minderjarige ouders.

Verzamelinkomen van € 0 tot € 15.516
Aantal kinderen Onderhoudsbijdrage
1 of meer € 600
Verzamelinkomen van € 15.517 tot € 20.384
Aantal kinderen Onderhoudsbijdrage
1 kind 13%
2 kinderen 20%
3 kinderen 26%
4 of meer 35%
Verzamelinkomen van € 20.385 tot € 68.507
Aantal kinderen Onderhoudsbijdrage
1 kind 11%
2 kinderen 17%
3 kinderen 23%
4 of meer 30%
Verzamelinkomen van € 68.508 tot € 999.999
Aantal kinderen Onderhoudsbijdrage
1 kind 9%
2 kinderen 14%
3 kinderen 19%
4 of meer 25%
Maximale bijdrage
Aantal kinderen Onderhoudsbijdrage
1 kind € 750
2 kinderen € 1.100
3 kinderen € 1.500
4 of meer € 1.800

Rekenvoorbeeld 3

Bedrag onderhoudsbijdrage hangt af van de tijd dat je kind bij jou woont

De hoogte van de onderhoudsbijdrage hangt ook af van de zorgtijd: het aantal nachten dat je kind bij jou verblijft. Hierdoor klopt de berekening ook als er sprake is van co-ouderschap.

Aantal nachten zorg voor uw kind per jaar Zorgkosten: % van behoeften
0 - 25 0%
26 - 65 10%
66 - 100 20%
101 - 135 28%
136 - 170 38%
171 > 42%
Co-ouderschap 50%

De percentages en het aantal nachten per jaar gaan niet gelijk op.

Dit is zo omdat hoe meer een kind bij een ouder verblijft, hoe meer verschillende kosten deze ouder heeft. De ouder moet bijvoorbeeld de kosten van schoolgeld, kinderopvang en kleding betalen.

Rekenvoorbeeld 4

Hoe bereken ik de onderhoudsbijdrage?

De hoogte van de verhaalsbijdrage berekent je door enkele gegevens in te vullen, namelijk:

  • de verzamelinkomens (en eventueel de inkomens van de nieuwe partner);
  • het aantal kinderen;
  • eventuele andere kinderen waarvoor je moet meebetalen;
  • de zorgverdeling.

Je kan kunt zelf de gevolgen van (toekomstige) wijzigingen in je persoonlijke situatie berekenen.

Bereken de kosten zelf door de rekentool verhaalsbijdrage (xls, 102 KB) in te vullen.